Operation Manual

9
Uitstappen uit de rolstoel:
Allereerst dient u ervoor te zorgen dat uw rolstoel zo dicht mogelijk bij de plaats staat
van waar u wilt gaan zitten. Zet vervolgens de zwenkwielen naar voren en zet de
rolstoel op de rem. Klap de voetplaten op en klap de voet steunen weg en plaats uw
voeten op de grond. U bent nu in de positie om de handeling uit te voeren. Schuif
richting de voorzijde van uw stoel, gebruik de armsteunen als steun en verschuif uzelf
naar de plaats waar u wilt gaan zitten. Indien nodig kunt u gebruik maken van een
transferplank.
Instappen:
Om in uw rolstoel te stappen dient u dezelfde handeling te verrichten als bij het uit
stappen, alleen in omgekeerde volgorde.
Reiken/ buigen:
Wij raden u aan om hulp te vragen aan een begeleider wanneer u iets moet oprapen.
4.2 Het nemen van stoepen en ongelijke oppervlaktes
Opgaan van de stoep:
Indien u een stoep opgaat, dient u dit samen met een begeleider te doen. Uw
begeleider kan u op twee manieren helpen, wij raden de eerste manier aan.
1. De begeleider dient de rolstoel voorwaarts voor de stoep te plaatsen. Vervolgens
dient de begeleider de duwhandvatten naar zich toe te trekken en tegelijkertijd
de voet te plaatsen op de stepper. De stepper vindt u aan de achterzijde van de
rolstoel. Wanneer de begeleider beide handelingen tegelijkertijd uitvoert ontstaat
het hefboomeffect waardoor de rolstoel gekanteld wordt, figuur 2.
2. De begeleider staat al op de stoep en zorgt ervoor dat de rolstoel met de
achterwielen tegen de stoep aanstaat. Vervolgens dient de gebruiker achterover
te leunen, waardoor de rolstoel kantelt en de begeleider de rolstoel achterwaarts
de stoel op kan trekken. De begeleider dient ervoor te zorgen dat de zwenkwielen
zich boven de stoep bevinden voordat deze de rolstoel kan laten zakken.
Waarschuwing:
Rij niet tegen de stoepranden op!
Figuur 2